Er is een aantal criteria voor opname van kinderen in het onderwijs/educatie programma.
De belangrijkste is het ontbreken van middelen bij ouders. Daarnaast is nog een aantal secundaire criteria van toepassing. Er is een voorkeur voor opname van meisjes in het project (een streefgetal van ca. 60 %). Omdat een belangrijke doelstelling van het project is de geletterdheid zo breed mogelijk te verspreiden wordt ook het criterium “ 1 kind uit 1 gezin” gehanteerd. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat er binnen de gezinnen een “spin off” is van het kind dat onderwijs volgt. Tenslotte is er het criterium dat het bestuur kan besluiten dat er van de secundaire criteria wordt afgeweken als “speciale omstandigheden”dit gewenst maken. (gedacht kan worden aan gebroken gezinnen, ontbrekende ouders e.d.)
Op dit moment maken ca 270 leerlingen deel uit van dit onderwijsproject. Voor deze kinderen kan de financiering van een opleidingstraject voor de komende 5 jaar waarschijnlijk geregeld worden. De Stichting wil het project niet verder laten groeien.
Dat betekent dat slechts de leerlingen die uit het project stromen (b.v. na afronding van de opleiding) door nieuwe instromers vervangen kunnen worden. Ook hier zal het streven zijn om bij voorbaat de financiering van de hele schoolperiode te regelen.
In principe krijgen de kinderen een opleidingsaanbod dat loopt van basisonderwijs tot en met voortgezet onderwijs. Voor de “highpotential” leerlingen worden ook vervolg opleidingen, zoals beroepsopleiding en hoger voortgezet onderwijs, aangeboden.
Gestreefd wordt naar uitbreiding van het aantal plaatsen voor highpotentials, omdat er nu nog veel niet kunnen worden geholpen.
In het project wordt voorzien in:
- betaling van schoolgeld, levering van schooluniformen en aanschaf van leermiddelen. Indien nodig wordt ook in andere benodigdheden voorzien;
- ondersteuning van personeel (b.v. met deskundigheid);
- selectie van leerlingen (behalve inkomen van ouders en aangegeven secundaire criteria)ook op potentie voor schoolsucces;
- bieden van remedial teaching;
- bieden van een veilige omgeving ( in school, de weg van en naar school en in huis b.v. in de vorm van WAKAWAKA verlichting);
- vastleggen en toetsen van de gedrags- en leerresultaten van kinderen (leerlingvolgsysteem);
- opnemen en begeleiden van high potential leerlingen ( gericht op het bereiken van universitair en hoger beroeps onderwijs).
De kwaliteit van de scholen heeft continue aandacht. Het niveau van basis- en middelbaar onderwijs moet omhoog. Om die reden is de afgelopen jaren meerdere keren per jaar door externe (Nederlandse) onderwijsdeskundigen het onderwijs op de gesponsorde scholen kritisch bekeken en van adviezen voorzien. Dat zal ook in 2014 gebeuren. Ook de bestuursleden die de projecten jaarlijks bezoeken kijken kritisch naar de kwaliteit van het geboden onderwijs. Scholen die onvoldoende adequaat onderwijs geven vallen uit het project en leerlingen worden overgeplaatst naar andere scholen. Op de scholen draait een inhoudelijk educatief programma, dat gesteund wordt met materiaal dat de kwaliteit bevordert. De Stichting geeft veel aandacht aan het realiseren van randvoorwaarden voor goed onderwijs . D.w.z. de leermiddelen (waaronder computers) zijn in orde, de locaties zijn geschikt, schoon en veilig, de materiële zaken (inrichting etc) zijn van goede kwaliteit en de gang van school naar huis is goed geregeld (eventueel met vervoer van en naar school). Ook hier wordt waar mogelijk samenwerking gezocht met andere organisaties die in het onderwijs actief zijn (b.v. Knowledge for Children). In het kader van het realiseren van het eerder genoemde “wederkerigheidsprincipe”(“Voor wat, hoort wat”) worden aan de ouders en andere betrokkenen in de omgeving eisen gesteld m.b.t. hun inzet en betrokkenheid bij het onderwijs van de kinderen. Dat heeft o.a. geleid tot cursussen voor volwassenen, waardoor zij niet alleen zichzelf kunnen ontwikkelen, maar beter in staat zijn de leerprestaties van de kinderen te volgen en hen te motiveren voor het volgen van onderwijs.
Gezien de belangrijke plaats, die het onderwijs in het aanbod van de Stichting inneemt, is een onderwijsdeskundige in het bestuur van de stichting opgenomen. Dit bestuurslid is verschillende malen in de Babungovallei en in Njnikom geweest en dus op de hoogte van de problematiek die daar speelt.